Mijn vader, Jan Hofmeester, een geboren Amsterdammer, werkte tot op hoge leeftijd in zijn werkplaats achter ons huis in Doorn. Deze foto's zijn uit 2010, hetzelfde jaar waarin ik de film 'Portrait of my father' heb gemaakt. Hij was toen 82 jaar oud. We zien hem hier een complete rolstoel bouwen. Hij zaagde, freesde, boog en laste de buizen zelf—alles deed hij met zijn eigen handen. In zijn lange werkende leven heeft hij honderden rolstoelen gebouwd.
De eerste rolstoel bouwde hij halverwege de jaren vijftig in het revalidatiecentrum in Doorn, waar hij verbleef vanwege een verlamd been en heupfracturen. Zijn hele verdere leven liep hij met krukken. Toen mijn zusje Helen door MS uiteindelijk in een rolstoel terechtkwam, bouwde hij ook die voor haar. Na haar overlijden in 2004 werd hij nog stiller, en de werkplaats werd een veilige plek om zich terug te trekken. Ook de rolstoel die mijn moeder eerder nodig had, kwam uit zijn handen. Ironisch genoeg belandde hij, na meerdere tia’s en een hersenbloeding, zelf in een rolstoel van een andere fabrikant.
Van midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig heb ik zelf ook in het kleine fabriekje gewerkt. De geur van metaal vergeet je nooit meer. Mijn drang om alles zelf te willen repareren, zal daar wel vandaan komen. Die werkplaats was er altijd; ik kon er alles maken. Voor mijn vader was het zijn atelier, waar hij met zijn metaalbewerkingskunsten alles kon fabriceren.
Met de verhuizing van mijn ouders naar een verzorgingshuis verdween de werkplaats, samen met alle gereedschappen en machines—de lasapparaten, tafelboor, zaagmachine, buizen, noem maar op. Zes jaar na het maken van deze foto's overleed hij in 2016 op 88-jarige leeftijd. RIP Dad.